A.F.A.M. Wetzer, 4 augustus 2007
In 1477 heet dit huis 'Inden Salvatoer'. Wanneer de naamsverandering heeft plaatsgevonden is niet bekend. In het begin van de 16de eeuw wordt Jeronimus van Aken, beter bekend als de schilder Jeroen Bosch (circa 1450 - 1516), aangeslagen voor zettingen. Hij zal uit naam van zijn vrouw, die het pand geërfd had, betaald hebben. Vanaf 1507 is het huis onderverhuurd. Jeroen wordt aangeslagen voor een hertogcijns over het perceel van 19 voet (= 5,46 m), hetgeen overeenkomt met de huidige breedte, inclusief de linker zijmuur. Bij de haardentelling van 1553 blijkt de kramer Aart Eymberts bezitter te zijn. Hij moet betalen voor vijf schouwen, één 'stove', één bakoven en één 'brouhuys'. | 209 |
Dit brouwhuis, dat ook in de 17de eeuw nog dienst deed, zal het smalle losstaande gebouw op het achtererf geweest zijn. Dit vermoedelijk 15de-eeuwse gebouw is onderkelderd en staat in verbinding met de kelder onder het hoofdhuis. De grote hoofdkelder was ook vanaf de straat toegankelijk. Archeologisch onderzoek heeft uitgewezen dat de bakstenen fundering van de voorgevel in de 14de eeuw is aangelegd. De zijmuren in de kelder dateren uit dezelfde tijd. Het gewelf is later aangebracht. Mogelijk had de kelder in aanvang een houten balklaag. Tegen de linker zijmuur bevindt zich een originele stookplaats. De kelder vertoont bouwsporen die wijzen op een faseverschil tussen het voor- en achterhuis. Tussen beide was een brandmuur aanwezig. Het huis was in 1569 gesplitst: soldaten hielden het voorhuis bezet. De twee 16de-eeuwse schilderijen geven het pand weer met een stenen trapgevel met kantelen. Op de begane grond is een centrale ingang met aan de linkerzijde de kelderingang. Op de eerste en tweede verdieping zitten drie kruisvensters, die op bewoning duiden. De aangetroffen fragmenten van muurschilderingen op de eerste verdieping bevestigen dit vermoeden. De zolder zal uit twee lagen bestaan hebben, aangezien er twee luiken boven elkaar zaten. De eerste zolder had aan weerszijden een kruisvenster. In de top van de rijke gevel zat een ronde nis. | 210 |
Het huis is gelegen in een bouwblok aan de noordzijde van Markt, op het hoogste deel van de stad. Hier op deze dekzandrug ontstond aan het einde van de 12de eeuw een nederzetting. Vanaf het ontstaan van de stad hebben hier al grote huizen gestaan met daartussen smallere, circa 20 voet (5,5 meter) brede panden Het huis Markt 61, in de 17de eeuw genaamd "het Root Cruijs", heeft een breedte van 19 voet en heeft een wel zeer bekende bewoner gehad namelijk; de schilder Jeroen Bosch. De kelder en verdiepingen waren al eerder gedocumenteerd waarna in de zomermaanden van 2007 er gelegenheid was om de begane grond nader te bekijken. Een verbouwing van de winkelruimte en de gevelpui gaven hiervoor aanleiding. Tijdens het onderzoek bleek al snel dat we hier te maken hebben met een oud huis, beide zijmuren gaan terug gaan tot de 14de eeuw. De aangetroffen restanten van het rijke interieur, zoals dat ook op de verdieping aangetroffen is, in het derde kwart van de 19de eeuw tot stand is gekomen. Archeologisch onderzoek in de kelders heeft al eerder uitgewezen dat beide zijmuren in de kelder ook uit de 14de eeuw stammen. De beide zijmuren op de begane grond kwamen tijdens de verbouwing in het zicht en gaven een zeer rommelig beeld. Opvallend was dat de zijmuren flink waren teruggehakt waardoor van de oorspronkelijke muurdikte nog maar een fractie resteerde. In de linker zijmuur is een fragment aangetroffen van een kaarsnis alsmede restanten van rookkanalen uit verschillende perioden. In het pleisterwerk van de rechter zijmuur, daar waar de gang in de tweede helft van de 19de eeuw langs liep, zijn sporen zichtbaar van omlijste stucwerk- velden. Onder de velden liep een lambrisering met een marmerbeschildering. Voor de verbouwing van het pand in het derde kwart van de 19de eeuw was de gang en trap tegen de linker zijmuur gesitueerd terwijl de trap later (met de verbouwing) naar de brandmuur is verplaatst. Onder de verdiepingsvloer, die waarschijnlijk nog geheel bestaat uit moer- en kinderbalken, is met de verbouwing in de 19de eeuw een stucplafond aangebracht. Het enigszins gehavende plafond met rijke ornamenten en muurlijsten (eierlijsten) geeft nog goed de indeling van de begane grond weer aan het einde van de 19de eeuw. Tijdens de verbouwing van de winkelruimte wordt de gelegenheid aangegrepen om de gevelpui te reconstrueren.
Afbeeldingen:
|
Van de wereldberoemde kunstschilder Jeroen Bosch (1450-1516) is geen enkel werk in zijn vaderstad te vinden. Wel is bekend waar Bosch een groot deel van zijn leven woonde: in 't Root Cruijs aan de Markt 61.
Uit de tijd van Bosch, toen het huis nog In den Salvatoer heette, dateren de kelders en zijmuren van het huis. De huizen aan de noordzijde van de Bossche Markt zijn de oudste van de stad, en behoren van oudsher tot de prominentste. De geschreven geschiedenis van één ervan, op nummer 61, begint op het moment dat de beroemdste Bosschenaar aller tijden er zijn intrek neemt. Aleid van de Meervenne, echtgenote van Jeroen Bosch, erfde het huis van haar familie. De schilder woonde er vermoedelijk van 1481 tot zijn dood in 1516. Zijn vrouw zou er daarna nog zes jaar blijven wonen. De Bossche kunstenaar Frans Kops maakte in 1913 een voorstelling van het atelier van Bosch, in opdracht van de kunstenaarsvereniging Sint-Lucas. De vraag is overigens of Bosch in Markt 61 wel een atelier hád. Mogelijk is de schilder na zijn huwelijk blijven werken aan de andere kant van de Markt in het familie-atelier, waarvan het bestaan wel vastgesteld is. Maar als ook Markt 61 over een atelier beschikte, kan dit heel goed zijn geweest op de ruime eerste verdieping van het achterhuis. Nu hangt daar aan de wanden een verzameling (erotische) kunst van Joep van Rooij (1942). "Dit is een ruimte met alleen maar het bij kunstenaars geliefde noorderlicht. Ik denk dat Jeroen Bosch hier gewerkt kan hebben." Belastingadviseur Van Rooij is oud-eigenaar van de in 1998 ontbonden kledingketen A.F. Jansen, die het pand in 1975 aankocht. In de verder lege expositieruimte is niets te zien dat verwijst naar een rijk verleden. Van Rooij heeft onder andere de negentiende-eeuwse raamkozijnen laten aftimmeren. "Zonder iets te verwijderen. Een volgende eigenaar kan het huis naar eigen inzicht helemaal laten restaureren." Het huis van Bosch heeft in de loop der eeuwen allerlei functies gehad, van brouwerij tot clublokaal van de voetbalvereniging BVV. De laatste decennia waren de bovenverdiepingen kantoorruimte van A.F. Jansen. Eigenaar Van Rooij woont in Turnhout maar heeft in 't Root Cruijs zijn `pied à terre' in Den Bosch. "Ik ben er af en toe. Ja, het is eigenlijk wel raar eigenaar te zijn van het huis van Jeroen Bosch. Maar ik ben te nuchter om me daardoor te laten meeslepen. Ik ben hier ook niet zo vaak." Bij bezoeken aan buitenlandse musea waar werk van Jeroen Bosch wordt geëxposeerd, komt Van Rooijs bijzondere band met de kunstschilder dan ook maar uiterst zelden ter sprake. "Alleen in Lissabon sprak ik er eens over met iemand die zei: goh, maar dan wil ik wel eens in uw huis komen kijken!" SchoenenzaakWie dat doet, zal misschien teleurgesteld zijn. Behalve de wetenschap dat ook de schilder ooit in de nog aanwezige middeleeuwse kelder zal hebben gelopen, is er weinig Jeroen Bosch te beleven. Op de begane grond zit nu een moderne schoenenzaak. Maar de salon op de eerste verdieping is wel een prachtig voorbeeld van een negentiende-eeuws interieur, met barokke plafonddecoratie vol tierelantijnen. In deze vorm gebracht door de Bossche restaurateur Bert van Rooij. De tentoonstelling 'Hommage Jeroen Bosch' bij Galerie HUsstege, in 1985, inspireerde een bij Van Rooij werkzame etaleur tot een kunststukje, dat nu in de woonkamer de herinnering aan Bosch levend houdt. Kunstenaar Don Clarke schilderde voor HUsstege een eigen interpretatie van Jeroen Bosch, met een narrenschip, hoog in de lucht. Van Rooij: "Ik wilde dat werk wel hebben, maar het was verkocht aan iemand | 171 |
in Amerika. Maar die etaleur, Daan Vermeulen, zei: dat kan ik ook wel. Dat scheelde mij tienduizend gulden." Van Rooij hoopt dat het pand nog eens een kunstzinnige bestemming kan krijgen in de sfeer van Jeroen Bosch. In 2001, het Jeroen Boschjaar, was de kelder toegankelijk voor publiek. Er hingen foto's van het werk van Jeroen Bosch op ware grootte en er was een dia-presentatie. De gevel aan de Markt had door middel van een voorhang tijdelijk zijn middeleeuwse uiterlijk teruggekregen. Maar dat is nu weer weg. Van Rooij verbaast zich dat de Bosschenaren zo weinig aandacht hebben voor en herinneringen aan hun middeleeuwse stadgenoot. "Als je dat vergelijkt met Weimar, de stad van Goethe... Daar zouden ze al een museum bouwen op een plek waarvan ze ontdekken dat Goethe daar een keer op een bank gezeten heeft! Ik ben blij dat wij in elk geval iemand hebben als Ton Frenken, die zich al zoveel jaar inspant voor een internationaal Jeroen Boschcentrum." | 173 |
Kelder eind 16e eeuw zeker aanwezig. |
Verhagen203. "'t Root Cruijs" A° 1635. In Palier's tijd (1850) "De Pelicaan". | 29 |
In het Jheronimus Boschjaar 2016 neemt dit huis wel een heel bijzondere plaats in. Het dateert uit de 14e eeuw en werd in 1477 ‘Inden Salvatoer’genoemd. Het is niet bekend wanneer de naamwisseling in ‘Het Root Cruijs’ plaatsvond. De meest beroemde bewoner van het huis was de schilder Jheronimus Bosch (circa 1450-1516). Zijn vrouw Aleit Goyarts vanden Meervenne erfde het pand van haar vader, waarna zij en haar echtgenoot het betrokken. In de huidige staat heeft het pand een 19e-eeuwse voorgevel. Ook de inrichting, verdiepingen en zolder dateren uit deze relatief recente periode. Het pand was ingedeeld in de, voor ’s-Hertogenbosch, gebruikelijke opzet van voor- en achterhuis met tussenliggende ‘brandmuur’. De kelders met tongewelven en de zijmuren zijn nog middeleeuws. Via een trap aan de voorzijde kan een blik worden geworpen in de kelders waar ongetwijfeld de beroemde schilder heeft rondgelopen. | 10 |
Twee vensterassen breed pand (XIXc) met twee verdiepingen onder met blauwe Hollandse pannen gedekt zadeldak met schild (voor). De gepleisterde voorgevel is afgesloten door een kroonlijst met consoles, omlijste velden, tandlijst en goot op klossen; de gedeeltelijk hardstenen pui gaat grotendeels schuil achter latere wijzigingen; op de verdieping een hardstenen borstwering met balusters op hardstenen consoles en vensters met afgeronde bovenhoeken en geprofileerde omlijsting met kuifstuk; op de tweede verdieping een balcon met fraai gietijzeren hek en rustend op drie consoles met Atlanten, vensters met afgeronde bovenhoeken geprofileerde omlijsting met kuifstuk en muurdammen met gecanneleerde pilasters. Inwendig: kelder met tongewelf; rijk geprofileerde en gedetailleerde betimmeringen, stucwerkplafonds en trappehuis (XIXc). |
No. 61 Dit huis, dat naast het laatst behandelde staat, behoorde in 1574 toe aan Arnold Eymbertszn. en in 1688 aan Guiliam de Helt 1); van dezen laatste staat in de onuitgegeven Bossche Kronyk het volgende vermeld: 7 September 1688 is gebeurt, dat Guiliam de Helt, wonende in den Bosch op de Merckt, 's avonds tussen acht ende negen ure is naer boven gegaen met een brandende kersse om syn duyven drincken te bren-
| 347 |
gen ende daerontrent cruyt staende ende door onvoorsigticheyt, apparent van sijn licht te bewaeren, is verongeluckt ende op de solder doot gevonden, welck springen de nabueren groote schade heeft gedaen." Zijne dochter Maria Mechtildis de Helt had van haren man Theodoor van Velpe, geboortig van den Bosch, (zoon van Jan en Sara van Kessel) de navolgende kinderen: Henricus Ignatius, Johan Baptista, mr. Wilhelmus Petrus, advocaat en Willemina Maria Velpe; dezen verkochten 15 Mei 1739 (Reg. n° 548 f. 142 vso) het Rood Kruis aan Paulus de Haas, woonachtig te Rotterdam; na deze was daarvan eigenaar Cornelis Mosmans, koopman te den Bosch 2), doordien hij het 1 Juli 1747 (Reg. n° 568 f. 154) van hem had gekocht. Deze verkocht het aan Catharina Geertruida Josepha van de Ven, weduwe van Willem Mosmans, den broeder van genoemden Cornelis; de executeurs van haar testament verkochten dat huis 11 September 1801 weder aan Hermanus Josephus Heeren. | 348 |
Noten | |
1. | Zijne genealogie is als volgt: Herman Colen gen. de Helt, zoon Jan Henrickszn, huwde Margaretha Kuysten Françoisdr. Hunne kinderen waren: a. Hans, die volgt sub I. b. Maria, huwde Joost Loeff van der Sloot (zie Deel I pag. 294). c. Theodora huwde Seger Darkennis. I. Hans Colen gen. de Helt, hiervoren sub a genoemd, stierf 1624, huwde Geertruid van Heersel, stierf 1676, die hem schonk: a. Margriet, huwde met mr. Johan van Wamel, apotheker. b. Guiliam Colen gen. de Helt, stierf 1688, huwde Willemina van Asten, stierf 1670, die hem schonk: a. Godefridus, stierf 20 Maart 1711. b. mr. Johan Baptist. c. Maria Mechtildis, huwde met Theodoor van Velpe. d. Willem, stierf jong. |
2. | Zijne vrouw was Guilielma Heeren. |
2003 |
Wim HagemansHet huis van Jeroen BoschBossche Pracht 7 (2003) 170-173 |
|
2007 |
RedactieGevel van voormalig huis Jeroen Bosch aan Markt gerestaureerdBrabants Dagblad vrijdag 25 mei 2007 |
|
2007 |
ErwtenmanTerug naar 1810Brabants Dagblad dinsdag 4 september 2007 (foto) |
|
2008 |
RedactiePuiprijs 2008 twee keer naar Invito op MarktBrabants Dagblad dinsdag 28 oktober 2008 |
2001 |
Aanpassingen pand Jeroen BoschHet college stemt in met de voorgestelde aanpassingen aan het pand Markt 61 in het kader van de thema ontwikkeling Jeroen Bosch.
B&W Besluitenlijst 26 juni 2001
|
|
2007 |
Reconstructie gevelHet college besluit financieel bij te dragen aan de reconstructie van de 19e eeuwse natuurstenen pui van het pand aan de Markt 61. Hieraan ten grondslag ligt de unieke cultuurhistorische waarde van het pand, dat in de late middeleeuwen in het bezit was van de schilder Jeroen Bosch. De totale reconstructiekosten bedragen ruim € 60.000,- waarvan de gemeente de helft subsidieert.
B&W Besluitenlijst 29 mei 2007
|
???? | Aleid van de Meervenne |
1865 | L.J.H. van den Bogaert (apotheker en lid van de gemeenteraad) - M.J.M. van den Bogaert (apotheker) - W.F.J. Pastoors (surnumer bij 's rijks belastingen) |
1875 | H.J.M. van den Bogaert (apotheker en drogist) |
1881 | H.J.M. van den Bogaert (apotheker en drogist) |
1908 | L. Biessaart-Koesen (robes, confectie) - C.J.P. Verhagen (horlogemaker) |
1910 | L.H.B. Biesaart-Koesen (modes) - Jos.J. van der Steen (koopman) - C.J.P. Verhagen (horlogemaker) |
1928 | mej. A.J. Mürkoster - C.J.P. Verhagen |
1943 | A.T.J. van den Wollenberg (caféhouder) - A.Th.J. van de Wollenberg (café restaurant 'Trianon') |